Eenmaal de controller wordt aangesloten aan een computer, komt er een 5V spanning door de USB op de controller te staan. Hierdoor krijgen alle onderdelen een spanning over zich waardoor ze werkzaam zijn. Elk signaal gegeven door de gebruiker wordt gemeten. Deze gegevens worden via de overige 2 datakabels doorgegeven naar de computer.
Als één van de joysticks wordt gebruikt, meet de motor de hoek waaronder de joystick wordt gehouden. Deze gegevens worden ook verstuurd naar de computer. Dit soort onderdelen vallen zo onder de naam 'analoge invoer'.
Er is ook 'digitale invoer'. Dit zijn de drukknopen die op de controller aanwezig zijn.
De computer kan ook een 'feedback' sturen. Als de gebruikte toepassing een 'feedback' wil sturen, gaat de computer de datakabels zo gebruiken dat de motoren van de controller gaan draaien. De gewichtjes die op de assen van deze motoren zitten gaan zorgen voor een trileffect. Er zitten 2 motoren, waarvan elke motor een ander gewicht (en grootte) heeft om zo een betere belevenis te geven. Deze motoren zitten in de handvaten van de controller.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten